Wildsoep

 

Nodig:

400 gram wild (suddervlees), zoals ree, wild zwijn, haas of konijn
peper en zout
100 gram gerookte spekblokjes
1 winterwortel
1 grote prei
1/2 selderieknol 
2 eetlepels fijngehakte peterselie
2 laurierblaadjes
1 theelepel tijm
1 theelepel rozemarijn
150 gram cantharellen, oesterzwammen of gemengde bospaddenstoelen 
1 eetlepel (slag)room of crème fraîche per persoon
1 wijnglas rode wijn (ca. 2 dl) 2 rundvleesbouillonblokjes of nog lekker is een pot wildbouillon (goed gesorteerde supermarkt)
1 eetlepel reuzel 

Snijd de prei in ringen, doe ze in een grote zeef of vergiet en spoel goed af. Snij de selderijknol door de helft en schil deze. Snijd vervolgens in blokjes. Snijd het wild in reepjes en als je vlees met botten hebt, gewoon lekker mee sudderen. Bestrooi met peper en zout.

Smelt de reuzel in een (soep)pan en bak hierin de spekblokjes. Voeg het wild toe en bak mee tot het vlees licht bruin wordt.
Voeg dan de wortel, prei, selderijknol en alle kruiden, behalve de peterselie, toe. Blus af met (ruim) water, rode wijn en voeg de bouillon(blokjes) toe. Laat de soep ca. 1 ½ tot 2 uur zachtjes pruttelen totdat het vlees zacht is. Indien je vlees met botten hebt, haal het vlees van de botten en doe terug in de soep.

Verhit in een koekenpan het klontje boter en roerbak de paddenstoelen een drietal minuten. Pas 5 minuten voor het einde van de kooktijd de paddenstoelen toevoegen.

Serveer de soep in diepe borden en schenk per persoon ca. 1 eetlepel room in het bord of schep 1 eetlepel crème fraîche als garnering op de soep met vers gehakte peterselie.

Geef er (geroosterd) boerenbrood bij met echte gezouten roomboter.

Bereidingstijd ca. 2 ½ uur.